Ik las zopas (voor de eerste keer) de balans na vijftig jaar van Ivo Durwael. Zelf ben ik van een latere generatie, met nog maar dertig jaar 'dienst' en ik heb mij ook al dikwijls gelijkaardige vragen gesteld. Waarom draaien sommige verenigingen goed en andere niet? Waarom zijn er goede en slechte periodes?
Een verklaring is misschien dat de leden/sympathisanten/medewerkers het resultaat van hun werk willen zien, en meer nog: dat anderen van dat resultaat gebruik maken. Dat kan verklaren waarom de Vlaamse Esperantobond in het begin van de jaren 1980 dynamisch was: men had een gebouw gekocht, met richtte het in, men kon iets tonen aan de medeleden en aan de buitenwereld, aansluitend op dat enthousiasme organiseerde men een wereldcongres, wat ook weer een prestatie was die kon getoond worden...
Ik ben zijdelings betrokken bij een niet-Esperantovereniging (
www.vrijwilligersrab.be) die geen bestuur heeft, geen statuten, geen leden, geen geld... maar die er in enkele jaren toch in geslaagd is meer dan honderd vrijwilligers te verzamelen die elk een stuk of stukje van hun vrije tijd aan de vereniging besteden. Waarom werken zij meeĉ Omdat het een thema is dan hen interesseert (archieven, genealogie). Waarom BLIJVEN zij meewerken? Omdat zij voortdurend ondervinden dat de kleine stukjes die zij elk afzonderlijk bijdragen uiteindelijk een groot geheel vormen dat niet alleen in de eigen streek, maar wereldwijd mensen vooruithelpt.
Een andere verklaring van het succes kan juist het gebrek aan structuren zijn. Er zijn alleen een klein aantal personen met een technische of coördinerende functie. Soms is er daardoor een probleem dat blijft aanslepen, maar dat komt in 'normale' verenigingen ook voor. Dat is tegelijk wat ik verwijt aan de opeenvolgende cultuurministers: zij hebben het verenigingsleven verbureaucratiseerd. (Zelf zullen zij ongetwijfeld beweren dat zij het geprofessionaliseerd hebben.) Het resultaat is dat de bestuurs- en personeelsleden die de verenigingen dragen, veel meer bezig zijn met allerlei formaliteiten dan met de echte activiteit van hun vereniging.
Esperantisten hebben natuurlijk ook hun project waar de mensheid iets kan aan hebben, maar de
fina venko is tot nader bericht buiten bereik. Men moet dus met meer bescheiden resultaten tevreden zijn, en die zijn er in veel gevallen ook, maar er wordt te weinig aandacht aan besteed. Daarom dat ik hier al een oproep deed om in te gaan op het aanbod van Het Nieuwsblad en gebruik te maken van de verenigingen-websites. Men kan er niet alleen een activiteit op aankondigen (en zo meer publiek bereiken), maar men kan achteraf ook een verslag en foto's van de activiteit publiceren. Als het een succesvolle activiteit was is het iets waar de deelnemers later nog eens kunnen naar terugkijken. Als het minder succesvol was, moet er toch altijd wel een positief element te vinden zijn en kan het bekijken van het verslag een aanzet zijn om een volgende keer beter te doen. Uiteraard zouden er ook meer van dergelijk verslagen achteraf in Horizontaal en Vertikale moeten verschijnen.
De vraag is: hoe krijgen wij een nieuwe dynamiek op gang in enkele tientallen groepen, verspreid over het land, met elk hun eigen leden en interesses, hun eigen karakters en mogelijkheden? Hoe kunnen wij - met de bescheiden middelen die wij hebben - zaken realiseren waarop wij zelf (een klein beetje) trots kunnen zijn en waaraan ook de buitenwereld iets heeft?
Roland Rotsaert